Vandaag mocht ik mw. R en haar dochter ontmoeten in hotel Engelenburg te Brummen.
Mw. is geboren en getogen in Zutphen en later voor haar werk, als directeur van een universitair ziekenhuis, verhuist naar de andere kant van het land.
Net na haar pensioen werd mw. R ernstig ziek met een levensverwachting van ongeveer 5 jaar. Dit is nu 4 jaar geleden. Het werd tijd om haar uitvaart voor te bereiden.
Met toeval las zij in het AD mijn artikel over de Zutphense uitvaartkist en zij werd geraakt door de uitspraak van mijn vader “pas als ik de IJssel ruik voel ik mij weer thuis”
Ook zij en haar echtgenoot keerde af en toe terug naar Zutphen om even weer te snuffen aan de IJssel om heimwee tegen te gaan.
Mw. R wist meteen dat De Zutphense uitvaartkist haar kist moest worden.
Ik ontving een prachtige mail van haar dat zij deze zaterdag zou verblijven met haar dochter in hotel Engelenburg en dat zij mij graag wilde ontmoeten.
Wat volgde was een bijzonder mooi gesprek en enorm veel raakvlakken tussen 3 mensen die elkaar nooit eerder hadden ontmoet.
Even mocht ik heel dichtbij komen in hun kwetsbaarheid, hun verdriet maar ook in hun liefde en mooie momenten die zij samen mochten beleven.
De liefde tussen een moeder en een dochter die langzaam afscheid moeten nemen van elkaar…
Ik hoop dat ‘mijn’ Zutphense uitvaartkist mw. R mag omringen met veel warmte en een gevoel van thuiskomen.
Zo komt het allemaal bij elkaar, de IJssel is voor veel mensen een belangrijke plek, waar die ook stroomt. Mijn ouders zijn er uitgestrooid, bij het pontje van Brummen. Hier staken we over naar hun ouders aan de overkant. Symbolisch dus.
Prachtig dat het artikel jullie samen bracht!